Vanuit Australië komt uitstekende progressieve metal. Denk hierbij aan Caligula’s Horse, Arcane, Voyager en Watercolour Ghosts. Ook Circles opereert vanuit down-under en levert met The Last One een waardige opvolger af voor het debuut Infinitas uit 2013. Howel ook Circles opereert vanuit het progressieve genre is het geluid op The Last One heel veelzijdig en zijn elementen uit de djent en de extreme metal verwerkt in het totale geluid van de band.
De opener Winter is vrij toegankelijk en laat meteen horen wat je van het album mag verwachten. Het heeft een lekker ritme en een prettige melodie die aanspreekt. Het opzwepende ritme en de voortstuwende gitaarriff beiden Winter kracht en het onregelmatige gitaargeluid ligt in een mooi contrast met de aanwezige refreinmelodieën. Er ligt in de gehele compositie een sterke rode draad die muzikaal telkens terugkomt naar de voorgrond en daardoor van Winter een topcompositie maken.
Breaker is daarna fraai neergezet met uitspattingen naar de melancholie en heftige djent. Circles toont aan dat het geluid op The Last One geen progressieve rock is voor dummies, hoewel zij er over de hele linie voor zorgen dat het ook geen onbegrijpelijk gepingel wordt van allerhande ritmes.
The Messenger start heel rustig. De zang is lieflijk sterk en een enkele gitaarakkoord verzorgt de aankleding. Zanger Ben Rechter heeft ondertussen laten horen dat hij over een kwalitatief goed stemgeluid beschikt waarmee hij sterk voor de dag komt in uiteenlopende muzikale settingen
In Arrival ligt er een hoofdrol weg voor zanger Ben Rechter die op de basis van het subtiele doch krachtige drumwerk van David Hunter lijkt te zweven.
In Dream Sequence komt het hele arsenaal van progelementen naar voren. Hierdoor is Dream Sequence een compositie die aangrijpt en continu interessant naar voren komt door de veelzijdigheid. Van groovende gitaarstukken naar een beetje jazzyachtige easy/listeningstukken met melancholische zang die uitmondt in progressieve erupties.
Waren we al wat gewend op The Last One. In Renegade word ik meermaals getroffen door het onregelmatige drumritme en de volgende melodielijn van zang en gitaar. De kracht van Circles ligt ook in Renegade in het toegankelijke refrein die als een oase rust creëert en als een magneet het overige progressieve muziekgeweld aan zich weet te binden.
In Blueprints For A Great Escape krijgt het geluid van Circles wat meer gewicht door de aanvulling in zang van bassist Drew Patton. Zijn achtergrondgrunts funderen de stevige melodie die verder heerlijk afwijkend vibreert in de tussenliggende stukken.
Met Alone With Ghosts sluit Circles dit progressieve meesterwerkje af in een rustige setting waar enkele klanken en ingehouden warme zang het accent leggen om naar het einde toe nog even de spanning op te voeren en met meer kracht het geheel in stijl af te sluiten.
Circles laat zichzelf op The Last One goed horen als een (nieuwe) Australische progressieve belofte die niet voor niets op menig progfestival heeft mogen spelen en waar liefhebbers van TesseracT, Caligula’s Horse of Periphery ook van kunnen smullen. Vanuit hier een groots compliment voor dit kwartet.
Circles – The Last One
263