Skyclad is één van de grondleggers van de folkmetal. De vijf heruitgebrachte albums werden uitgebracht in de periode van 1990 tot 1995. Bij de CD Jonah’s Ark krijg je nog het mini-album (een EP eigenlijk) Tracks From The Wilderness als extraatje, met o.m. drie nummers die werden opgenomen tijdens Dynamo Open Air in 1992. Mooi, maar tegelijk ook een beetje jammer. Als er opnames bestaan van die drie live-nummers, hadden er bij deze re-release misschien nog een paar bijkomende live-tracks kunnen opgevist worden, zodat je toch meer het gevoel krijgt dat je iets extra’s hebt. Op Prince Of The Poverty Line krijg je drie extra tracks: één studiotrack en twee livetracks die niet worden geduid. Voorts moet je de extra’s vooral zoeken in de liner-notes. Daarbij zitten dan – net als bij andere rereleases van BMG – mooi uitgewerkte interviews.
De eerste vijf albums van het Britse Skyclad zijn die met de oorspronkelijke zanger en bandoprichter Martin Walkyier (die nog voor de volgende vier opnames aan boord zou blijven). Zijn verdienste als tekstschrijver is groter dan die als zanger. Een moordstrot heeft hij niet, maar een pakkende verhaallijn met veel symboliek, daar is hij dan wel een meester in. Bij het vertrek van Walkyier uit Skyclad hebben een aantal fans afgehaakt, wat voor een deel te begrijpen is. Vandaag zitten met gitarist Steve Ramsey en bassist Graeme English nog twee muzikanten van het eerste uur in de band, maar het vertrek van een zanger, toch vaak het boegbeeld van een band, slaat vaak diepe wonden bij het publiek. Tweede gitarist Dave Pugh verliet de band in 1995 (na de opnames van The Silent Whales Of Lunar Sea), maar kwam in 2014 opnieuw aan boord.
Op het eerste album Wayward Sons Of Mother Earth is enkel The Widershins Jig een echte folktune, gespeeld als folkrock met naar heavy metal gestemde gitaren. Voor de rest hoor je enkel nog een streepje viool in The Sky Beneath My Feet en hebben Moongleam And Meadowsweet en Terminus een beetje vage folkinvloeden. Tekstueel zit het wel in de folk-richting.
De lijn van A Burnt Offering wordt doorgetrokken op Jonah’s Ark: de muziek leunt leunt nog steeds heel nadrukkelijk op thrash en heavy metal, maar Fritha Jenkins krijgt nog wat meer ruimte om folkelementen toe te voegen. Walkyier’s stem is op dit album het beste te genieten en inhoudelijk zijn de lyrics hier super, al beperkt Walkyier zich niet uitsluitend tot de klassieke folk-thema’s. Skyclad heeft hier zijn richting gevonden, zit in een positieve flow en geniet duidelijk van wat ze brengen. De folkelementen zijn minder braaf en refereren eerder aan de furieuze folkpunk dan aan de makke folkrock.
The Silent Whales Of Lunar Sea laat Skyclad horen op hun hoogtepunt. Het vorige album was een commercieel succes en de liveshows werden steeds groter. Skyclad mocht in 1995 zelfs mee als support van Black Sabbath. Het opnamebudget werd met elk album groter en de band vertrouwt inmiddels blind op het recept dat thrash en heavy metal mengt met folk en een beetje punk. Vooral op Art-Nazi is de punk-stempel diep gedrukt. Het is ook het laatste album bij het Noise-label en met de nagenoeg vaste line-up.