The Bloody Beetroots is een muzikaal eigenwijs stuk vreten, om het even plastisch neer te zetten. Dit van oorsprong Italiaanse duo heeft de thuisbasis verruild voor het leven in Los Angeles en componeert er daar lustig op los. En dat bezorgt hen geen windeieren want tal van bekende artiesten (onder meer Steve Aoki en Paul McCartney) hebben reeds een bijdrage geleverd aan de composities van het duo waarvan Sir Bob Cornelius Rifo het opperhoofd lijkt te zijn. De basis van de composities ligt centraal in het house of electrogenre, maar daar heeft het dj-duo eigenlijk maling in. Zolang er een goede beat in zit en het aanspreekt, kan het uitgebracht worden.
Het nieuwe muzikale kindje van The Bloody Beetroots heet The Great Electronic Swindle en geeft de luisteraar maar liefst twintig (!) tracks, waarvan één remix van My Name Is Thunder. Dat is meteen een goede stevige binnenkomer waarbij het duo hulp krijgt van Jet. Een aan het Prodigy-gerelateerd intro is de voorbode voor een stevige riff waar Jet zijn vocalen streng overheen gooit. De pompende ritmesectie doet meteen denken aan het geluid van AC/DC. De intense beat wordt onderbroken door fraai zangspel om daarna weer los te gaan. De stevige input blijkt ook aanwezig bij Irreversible. Een compositie waarbij Anders Friden van In Flames achter de microfoon plaats neemt. Is het nu de melodie die zorgt voor de herkenning of het herkenbare stemgeluid van Anders. Feit is dat deze door electronica doorspekte compositie het ook goed zou kunnen doen op een album van In Flames. De toevoeging van Jason Aalon Butler (Letlive en The Fever) is na het horen van het gehele album niet heel verwonderlijk meer. Deze punkrockzanger mag zich helemaal uitleven in Crash waar ergens op de achtergrond een sample van de Sweet over de grond glijdt.
Nog altijd vrij stevig is de compositie Saint Bass City Rockers waarin sterke techno wordt vermengd met een industrieel rock-/metalgeluid. Er is geen tekst voor nodig om te imponeren, zo blijkt. De sterke opbouw en het opzwepende ritme zorgen ervoor dat er genoeg dansaline wordt aangemaakt om te swingen. Ook instrumentaal, maar een stuk strakker en langzamer is The Day Of The Locust. Hier is de bepaling van sfeer belangrijker dan een dansbeat, terwijl 10.000 Prophets beide voorgaande composities met elkaar verbindt qua intensie.
The Bloody Beetroots weten echter vanuit een pulserende ‘standaard’beat puike hitsingles naar voren te schuiven. In Wolfpack neigt het stemgeluid van Maskarade naar een lekkere metalcorecompositie die sterk vermengd wordt een Tiësto-achtige mix.
Maar ook in Pirates, Punks & Politics, Invinsible, Enter The Void en het dubstep gerelateerde All Black Everything weet The Bloody Beetroots de weg naar het grote publiek wel te vinden. In Kill Or Be Killed ligt een sterke rapgroove ten grondslag waarin multi-artiest Rafael Reyes, ook bekend als Leafar Seyer zijn zegje kan doen. De uptempo technohouse in Drive is verrassend met de medewerking van Deap Vally. Dit Amerikaanse rockduo biedt binnen de muzikale omlijsting een pittig en fris stemgeluid.
Er is (dus) genoeg te beleven op The Great Electronic Swindle. Je moet wel openstaan voor de grilligheid van het duo, maar wanneer je eenmaal in de goede modus bent geraakt, kan het niet anders dan dat The Bloody Beetroots met dit album iets in je aanwakkeren. Een duo dat Pinkpop, Lowlands, Rock Werchter maar ook Wacken of Graspop naar hun hand zouden kunnen zetten.
The Bloody Beetroots – The Great Electronic Swindle
230
vorig bericht