Graspop 2025 was heet, hectisch en hard. Toch straalde Justine Jones, frontvrouw van Employed To Serve, van energie. We spraken haar vlak na hun show over technische problemen, tourleven, en waarom ze ondanks dagbanen nog altijd alles geeft voor de band.
Hoe ging het optreden volgens jou?
Heel goed eigenlijk. We hadden aan het begin wat technische problemen waardoor we iets later begonnen en zelfs een nummer moesten schrappen. Maar dat hoort erbij als je live speelt. Gelukkig kregen we het snel opgelost en kon de set toch goed door.

Maakt dat je dan gestrest, als het technisch misloopt vlak voor of tijdens een show?
Ja, dat is zeker stressvol. Maar ik zorg er thuis voor dat ik zo goed repeteer dat ik de set van binnen en van buiten ken. Dan kan ik sneller terug in de groove komen, zelfs als ik mezelf niet goed kan horen of iets anders misloopt.
Hoe was het publiek op Graspop?
Ongelooflijk goed. We speelden tegelijk met een andere grote act aan de andere kant van het terrein, dus we waren een beetje bang voor een lege tent. Maar het zat juist helemaal vol – beste Graspop-publiek tot nu toe.
Word je niet ontmoedigd door technische problemen? Heb je weleens gedacht: moeten we wel doorgaan?
Zeker. Soms moeten we dingen gewoon laten vallen. Maar dat is ook het mooie van live spelen – het hoeft niet perfect te zijn. Als mensen perfectie willen, luisteren ze wel naar de plaat. Live gaat om de vibe.
Wat staat er op de planning na Graspop?
Volgende week staan we op het Jera On Air Festival. Tussendoor gaan we gewoon terug naar huis. We doen nu meer het ‘weekend warrior’-ding: heen en weer reizen en tussendoor werken.
Dus jullie hebben allemaal nog een dagbaan naast de band?
Ja, absoluut. De band is grotendeels zelfvoorzienend, maar we verdienen er nog niet genoeg mee om ervan te leven. Hopelijk komt dat ooit.
Jullie gaan op tour met Killswitch Engage, klopt dat?
Ja! We touren met ze door heel Europa – van Portugal en Spanje tot Finland. Ik ben zó enthousiast. Killswitch is m’n favoriete band. Jesse Leach deed zelfs gastvocalen op onze laatste track.
Wat doet zo’n tour met jullie als band?
Het is gewoon een gigantische advertentie voor je band. Je speelt voor grote nieuwe publieken, dat is superwaardevol.
Ik las dat Svalbard stopte mede vanwege de combinatie band/dagbaan. Heb jij ooit gedacht om te stoppen?
Nee, stoppen is geen optie voor ons. Zelfs als we minder tijd zouden hebben, blijven we shows spelen. Er gaat niets boven dat gevoel van live optreden voor duizenden mensen in de hitte. Dat is pure adrenaline.
Wat vind je leuker: festivals of clubshows?
Ik hou van allebei. Festivals zijn uitdagender, omdat je mensen moet ‘vangen’ die toevallig langs lopen. En ze zijn vaak dronken, verbrand en helemaal los – geweldig. Clubshows zijn wat intiemer en de geluidskwaliteit is meestal beter.
Reizen jullie zelf of met crew?
We rijden zelf – alle vijf. Dat is eigenlijk wel relaxed. Iedereen doet een paar uur, en zo komen we veilig en betaalbaar waar we moeten zijn. Een nightliner zou chill zijn, maar dat is zó duur. Tijdens de Gojira-tour was het €30.000 voor een maand – krankzinnig.
Wat doe je om te ontspannen op tour?
Ik lees veel. Nu ben ik bezig met The Talisman van Stephen King. Daarna wil ik Hyperion lezen. Ik hou van fantasy.
Laatste vraag: waar kijk je het meest naar uit dit jaar?
De tour met Killswitch. En hopelijk veel festivals volgend jaar. Als we uitgenodigd worden, komen we terug!