Het Italiaanse gezelschap Camerata Mediolanense brengt sinds 1994 neoklassieke neofolk met een vleugje darkwave. De band is niet van het snelle werk. Zeven jaar na Le Vergini Folli verschijnt nu dan eindelijk hun volgende plaat. Atalanta Fugiens is een logisch vervolg op Le Vergini Folli. Grootste verschil is dat de percussie weer meer aandacht krijgt. Daardoor past de muziek wat meer in de traditionele darkfolk. Wel met direct daarbij de opmerking dat de klassiek geschoolde zang van de drie zangeressen nog steeds de boventoon voert. Daarmee is ook direct het onderscheid duidelijk met veel andere bands in het genoemde genre. De muziek blijft lastig te omschrijven door de verschillende invloeden. Opener Embryo Ventosa begint nog aanstekelijk en als herkenbaar Camerata Mediolanense. De bevreemdende en bijna hypnotiserende zanglijnen op Rosetum zorgen daarna voor verwarring. Het bezwerende met strijkers aangevulde Rupe Cava klinkt mede door de percussie maar vooral door de imposante zang als kerkmuziek. Met dank aan die fijne mannenstem die de toch al imposante zang fijntjes aanvult. Corallus kent ook een mooie samenzang tussen vrouwen en mannenstemmen en leunt wat betreft aanstekelijkheid sterk op Embyo Ventosa, de opener van deze plaat. Wel kent Corallus een imposantere opbouw en eindigt het in een bombastisch meesterstuk. Het sacrale en klassieke karakter wordt verder uitgediept in Hermophraditus en Victor Quadrupedum. Mercurius brengt het klassieke en aanstekelijke lekker samen. Het zijn maar een paar voorbeelden om de muziek van Camerata Mediolanense te duiden. Hoewel Atalanta Fugiens in eerste instantie tegen leek te vallen groeit de plaat bij elke luisterbeurt. De kern van de muziek en de band blijft fier overeind. Ook deze plaat vraagt weer het nodige van de luisteraar maar liefhebbers van de genoemde genres en – natuurlijk – fans van Camerata Mediolanense hebben er weer een pareltje bij.
Camerata Mediolanense – Atalanta Fugiens
225
vorig bericht