1,7K
Aan Crises, het succesalbum van Mike Oldfield uit 1983, gaat al een hele geschiedenis vooraf. Die voorgeschiedenis begint in 1973 als Mike Oldfield het album Tubular Bells opneemt. Dat is één van de eerste albums op het Virgin-label van Richard Branson en een beetje tegen alle verwachtingen in – of misschien eerder net dankzij de marketing-capaciteiten van Branson – wordt dat album wereldwijd een absoluut verkoopsucces. Tubular Bells werd zelfs officieel uitgebracht in Yugoslavië, dat op dat moment nog een heel eind voorbij het IJzeren Gordijn lag.
Na Tubular Bells volgen van Mike Oldfield nog meer albums die allemaal wat in dezelfde lijn liggen, maar die in de muziekgeschiedenis – en in de verkoop – niet zo legendarisch blijken. Ze bevatten allemaal net als Tubular Bells soms ellelange instrumentale progrock-stukken die heel symfonisch en gecompliceerd klinken. Crises is in veel opzichten een trendbreuk voor Mike Oldfield. Zo introduceert de Brit voor het eerst invloeden van heavy metal, een genre waarvan hij dan al enkele jaren fan is.
Branson en Virgin kregen Oldfield in 1983 zo ver dat hij voor zijn achtste album voor een goed stuk meeging in de trend van die tijd. Platenbonzen hadden toen een gewiekste formule: de verkoop van singles (vinyl toen nog) bracht vanwege de lage eenheidsprijs een beperkte winstmarge op en wereldwijd moest je met een single in elk land opboksen tegen soms sterke lokale acts waardoor succes niet altijd en overal gegarandeerd was. Een album leverde per eenheid een relatief grotere winst op zonder dat de koten in dezelfde verhouding meestegen. De trigger om de muziekliefhebbers zover te krijgen dat ze het album en niet de single kochten, was in die jaren: twee singles die het goed doen op de radio. Neem elk Brits of Amerikaans album uit die periode en je vindt er steevast twee singles op waar artiest, producer en label alleen al bij de opnames veel meer moeite in gestoken hebben dan in alle andere albumtracks samen. Die formule kreeg dus ook Mike Oldfield op zijn bord. Veel kon de Brit daar niet tegen inbrengen, want zijn sterrenstatus was in 1983 flink aan het tanen. Zijn vorige album, Five Miles Out, deed het ondanks een wereldtournee bv. vooral of enkel in de UK goed, terwijl Tubular Bells nog wereldwijd succes had. De drie Mike Oldfield-albums die vóór Crises uitkwamen, werden in een recensie van het Algemeen Dagblad omschreven als ‘bedroevend slecht’.
Crises kreeg dus twee gladgepolijste en plat-geproducete singles die Oldfield opnieuw op de kaart moesten zetten. Netjes binnen de grens van drie en een halve minuut – voor de radio – en met catchy, poppy vocalen. Een eerste was Moonlight Shadow, ingezongen door Maggie Reilly. De tweede was Shadow On The Wall, ingezongen door Roger Chapman. Met Moonlight Shadow wisten ze bij Virgin meteen dat ze goud in handen hadden. Liefst 53 verschillende persingen werden van die single uitgebracht. De radiovriendelijkheid van Moonlight Shadow was een goed berekende zet, want Oldfield was niet de artiest die vlot de jongerenmagazines haalde, die eindeloze concerttournees afwerkte of die vlot in alle Europese equivalenten van Toppop of Top Of The Pops kwam opdraven. En we zitten in 1983 nog net voor de videoclip-revolutie van MTV. Deze successingle was voor Mike Oldfield de ultieme rehabilitatie na zijn reeks minder goed verkopende albums. Moonlight Shadow werd in verschillende landen een nummer 1-hit. Shadow On The Wall deed het net iets minder dan Moonlight Shadow, maar nog net goed genoeg om miljoenen album-kopers over de streep te trekken. Crises werd het veruit populairste album van Mike Oldfield van de jaren ’80. In Nederland haalde het album de status ‘goud’ voor een verkoop van 50.000 exemplaren. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat een origineel vinyl-exemplaar vandaag geen fortuin hoeft te kosten.
Op de twee singles speelt Oldfield eigenlijk de tweede viool, of tweede gitaar zo u wil. Bijna alle aandacht gaat naar de vocalen, al zeker bij Shadow On The Wall. Wat sommigen daarbij over het hoofd zien, is dat Mike Oldfield meer is dan enkel een goede gitarist die op die singles een nette gitaarsolo neerzet. Hij schreef eveneens de compositie en de lyrics. Hij was bovendien ook nog eens de producer van de tracks en hij speelde zowat driekwart van alle instrumenten eigenhandig in. Op synths steekt hij de grootheden van dat moment naar de kroon. Denk aan Jean-Michel Jarre en Vangelis. Oldfield laat op deze singles nog steeds horen wat een geweldige gitarist hij is, maar hij is tegelijk niet te beroerd om de spotlight te delen met een zanger of zangeres.
Eén jaar later deden Virgin en Oldfield het trucje van Crises met de twee singles nog eens over, maar de single Trick Of The Light maakte veel minder indruk op de wereld dan de singles van Crises. To France, met opnieuw Maggie Reilly, was wel raak, maar die single maakte van het album Discovery nog geen doorslaggevend succesalbum. Na To France hebben Oldfield en Reilly niet echt meer samengewerkt. Op concerten waren er tal van zangeressen die Maggie Reilly’s plaats innamen, met wisselend succes. Eén daarvan was Pepsi, de ene helft van het pop-duo Pepsi & Shirley. Op YouTube vind je nog wel makkelijk hoe Pepsi en Oldfield samen Moonlight Shadow brengen voor een tv-show. Dat doen ze heel degelijk, maar beter dan het origineel wordt het wel nooit.
Moonlight Shadow en Shadow On The Wall pasten in 1983 perfect in de tijdsgeest. Moonlight Shadow had in de lyrics en in de vocalen net genoeg Knuffelrock-passie en haardvuur-romantiek om een heel breed publiek aan te spreken. Shadow On The Wall paste dan weer perfect in het discours van Amnesty International en andere minderheden-organisaties die het toen opnamen voor iedereen die al dan niet onterecht in de gevangenis werd gegooid. In de clip van Shadow On The Wall, de track met de duidelijkste hardrock-invloeden van het album, zie je overigens Oldfield met een jeansjasje met pins en patches.
Voor Maggie Reilly was het succes van Moonlight Shadow en To France overweldigend. Met haar eigen band Cado Belle heeft ze nooit van zoveel succes of aandacht kunnen proeven. Ze had in 1990 wel een gastrolletje als backing vocaliste op het album Vision Thing van Sisters Of Mercy, maar dat genereerde niet dezelfde mate van aandacht die bv. Ofra Haza bij de Sisters of Mercy wel kreeg op de single-versie van Temple Of Love. Ze deed ook nog een samenwerking met Toppop-presentator Ad Visser voor diens single Hallucinado (1990).
Maggie Reilly was bij de opnames van Crises niet nieuw in de ‘band’ van Mike Oldfield. Ze deed bv. al mee op Five Miles Out, het album vóór Crises. De Britse zangeres bracht vorig jaar haar eigen Best Of-album uit. Dat verdeelde ze in de hoofdstukken Past, Present & Future. Van de vijf songs uit het Past-gedeelte zijn er vier van Mike Oldfield. Van Crises leende ze daarvoor behalve Moonlight Shadow nog Foreign Affair. Foreign Affair is dus dat andere nummer van Crises waarop Maggie Reilly zingt en waar ze terecht net zo trots op is als op Moonlight Shadow. Voor Foreign Affair schreef de zangeres mee aan de lyrics, misschien heeft dat haar keuze bepaald voor haar Best Of. Het is overigens één van de albumtracks waarop Oldfield nauwelijks als gitarist te horen is.
Ook voor Roger Chapman was zijn single met Mike Oldfield veruit het grootste succes uit zijn carrière. Chapman zat eerder in een paar goede bands en had in 1978 als solo-artiest een halve hit in de UK met een cover van Lets Spend The Night Together van de Rolling Stones. Voor Chapman bleef het bij deze ene samenwerking met Mike Oldfield, maar hij was er – net als Maggie Reilly – wel bij toen Oldfield in 2001 optrad in de Wembley Arena in Londen.
Nog iets wat weinig mensen opgevallen is of onthouden hebben: een andere albumtrack, In High Places, werd ingezongen door Jon Anderson, frontman van Yes en ook bekend van zijn samenwerkingen met Vangelis. Als we wikipedia mogen geloven heeft Mike Oldfield Jon Anderson en Roger Chapman gewoon toevallig in een bar ontmoet.
Een andere opmerkelijke gast op Crises is de Franse drummer Pierre Moerlen, van Gong, die vibrafoon speelt op In High Places. Rapper Kanye West heeft een sample gebruikt van In High Places voor zijn Dark Fantasy. Simon Philips, drummer en co-producer van Crises, heeft na dit album niet meteen nieuwe producer-opdrachten aangenomen. Veel later werd hij de vaste producer van Derek Sherinian (Whitesnake, Alice Cooper, Dream Theater, Saeko, ..).
Nu we aan het overzicht van de tracks begonnen zijn: de belangrijkste is uiteraard titeltrack Crises. Die neemt met iets meer dan 20 minuten op het vinyl de volledige A-kant in en is een elaborate progrock-epos in vier of vijf bedrijven. Het is één van de weinige tracks waarop Oldfield zelf zingt, al is dat dan wel heel minimaal.
Op Crises krijg je nog Taurus 3 als track. Taurus en Taurus 2 stonden op voorgaande albums en er zitten wat dezelfde elementen en dezelfde aanpak in, zonder het een dooslagje is.
Van dezelfde opnamesessie als die voor het album Crises werd nog een single uitgebracht die niet op het album staat: Mistake (met Maggie Reilly) en met Rite Of Man als B-kantje. Rite Of Man was ook al de B-kant van Moonlight Shadow, maar staat dus niet op het album. Ondanks de duidelijke verwantschap werden deze twee tracks tot 2013 bij geen enkele heruitgave toegevoegd aan het album. Wel staat Mistake als eerste track op de Amerikaanse persing van Crises. Bij de reissue van 2013 werd enkel Mistake opgevist en niet Rite of Man. Wie Rite Of Man al gehoord heeft, zal er geen probleem mee hebben dat dat nummer met de mantel der liefde wordt bedekt.
Naar verluidt beschouwt Mike Oldfield Crises als één van zijn beste albums en het was ook één van zijn best-verkopende. Het omarmen van de radiovriendelijke popsong was niet alleen zijn redding als artiest, maar toonde aan andere muzikanten en artiesten dat succes en een goede verkoop niet altijd ten koste moeten gaan van muzikale integriteit.