Genus Ordinis Dei is al een bandnaam die mijn nieuwsgierigheid wekt. Bij een eerste korte zoektocht blijkt het zelfs meer te zijn dan dat. Glare Of Deliverance is het derde album van de band en in het verleden hebben de wegen van Simone Mularoni (DGM en Sweet Oblivion) en de band zich al meermalen gekruist en zong Cristina Scabbia (Lacuna Coil) al een deuntje mee op het vorige album. De link met Lacana Coil ligt ook in het feit dat drummer Richard Meiz sinds kort ook de drumkruk van Lacuna Coil bezet houdt. Klinkt allemaal leuk en veelbelovend maar lukt het Genus Ordinis Dei ook om dan zelf een goed album neer te zetten.
Het antwoord is een steevast ja en nee. Glare Of Deliverance is een heerlijk album dat bol staat van bombastische en theatrale metal zoals ook Fleshgod Apocalypse en Powerwolf dat kunnen neerzetten. En nee, want Glare Of Deliverance is méér dan een gewoon metalalbum. Het verhaalt over Eleanor die opgejaagd wordt ten tijde van de Spaanse inquisitie. Ze wordt gevangen genomen en gemarteld en uiteindelijk terechtgesteld. Dit hele verhaal is daarbij niet alleen in epische muziek vormgegeven, maar wordt aangevuld met een aantal prachtige video’s (bij iedere compositie) die het verhaal ook visueel krachtig ondersteunen. Glare Of Deliverance is daarmee een geweldige soundtrack geworden en dat is toch meer dan een gewoon album naar mijn idee.
Bij de start van Ritual waan je je nog even veilig en is er nog enige vorm van rust dat onderstreept wordt door prachtig koorgezang maar langzaam neemt de spanning toe wanneer het drumgeluid aanzwelt en macaber gitaarspel naar een hoogtepunt leidt dat ontaardt in de compositie Hunt.
Een stevige deathmetalbasis leidt je de compositie in. Gitarist/toetsenist Tommaso Monticelli, die tevens het album opnam in zijn huisstudio en het album produceerde, leeft zich helemaal uit in deze orkestrale eruptie waarin zanger Niccolò Cadregari met zijn duivelse gruntstrot de jacht ophitst. Soldaten zijn op jacht en dat wordt muzikaal tot het uiterste gedreven.
In Edict lijkt de rust wat terug te komen met een fraai intro. Het accent bij de start van Edict ligt overduidelijk wel in de koorzang. Het muziekgeweld is wat naar de achtergrond verdwenen en de gitaarmelodie start het verhaal en zet daarmee ook de spanningsboog strak. Er wordt nog lekker gesoleerd alvorens een strakke riff begeleid door klokgelui de compositie afsluit met de vangst van de ‘heks’ en overgaat in Examination.
Een langzame groovende setting vormt hier het decor voor een wat hiphop-achtige zanglijn. Examination is minder theatraal neergezet en heeft een meer deathmetalachtig karakter. Neemt niet weg dat het volle geluid dat opgebouwd is uit gitaarmelodieën, de ritmesectie en fraai keyboardpartijen je optilt en meeneemt in het verhaal. Lichtelijke onregelmatigheden maken hier van Examination een pittige compositie.
De spanning is te snijden bij het begin van Torture. Het is zwaar aangezet en past qua sfeer uitstekend in de visuele presentatie van Glare Of Deliverance. Muzikaal is het geheel zwaar gebouwd op een orkestrale basis terwijl zang en riff het verhaal voortgang geven. Het vioolspel is slechts een lichtelijk accent in een zware beproeving die wederom zwaar met strijkers in aangezet.
Met Judgement wordt de ingeslagen weg met grof geweld verder geplaveid. Soms als een pneumatische hamer die onregelmatig zijn weg zoekt, dan weer glooiend als een dansende wals. Halverwege zoekt zanger Niccolò de diepte op om van daaruit zwevend op engelengeluid een richting op te gaan die bij Behemoth niet zou misstaan. Innemend weet Genus Ordinis Dei hier het onderbuikgevoel te masseren.
Dream start akoestisch en hoewel het begrip/woord Dream positief geladen zou kunnen zijn, is het deathmetalgeluid hier ook overheersend aanwezig totdat de gitaarmelodie het geweld als mist verdrijft en kortstondig de emotie naar boven weet te tillen. In Abjuration komt met de monnikenzang het christelijke thema van de inquisitie wat sterker bovendrijven. De compositie wordt behalve muzikaal sowieso gekenmerkt door koorzang. Waren het de monniken in het begin, later vult een engelenschaar de muzikale ruimtes en lijkt Satan zijn hymnes er tussendoor te grunten.
Genus Ordinis Dei weet je geregeld op het verkeerde been te zetten en in Exorcism is dat niet anders. De start is wonderschoon en lijkt een soort Spaanse eftelinggevoel op te roepen, totdat Steven Olda met een zwaar basgeluid dit gevoel doet verdampen en onheilspellend de uitdrijving vorm krijgt. In een riff die Gojira- of Orbit Culturewaardig is zet zanger Niccolò de toon met zijn loodzware stemgeluid. Zwaar en langzaam stijgt de complete muziekbasis naar grote hoogten. De riff die naar het einde toewerkt is megastraf. En te kort, want zo’n riff zou in een extendend version minuten mogen duren.
Met ruim een kwartier op de klok kan de afsluiter Fire gezien worden als dé epische apotheose. Een omschrijving die werkelijk mooi past bij de bandnaam. Alle beproefde elementen uit het geluid van Genus Ordinis Dei passeren de revue in een daverende slotscene.
Glare Of Deliverance neemt je mee de geschiedenis in door een bombastische theatrale muzieksensatie die sterk ondersteund wordt door prachtige video’s. Deze band kan zich zeker meten met een band als Fleshgod Apocalypse en ik hoop van harte dat ze op een podium eveneens het hele arsenaal optimaal gaan benutten.
Genus Ordinis Dei – Glare Of Deliverance
444
vorig bericht