De tweede festivaldag start onder een stralende zon. De Helldorado- en Swamp-tenten worden vandaag vooral gedomineerd door technische deathmetal en progressieve acts, waar virtuositeit en complexe structuren de boventoon voeren. Het hoofdpodium kiest juist voor een andere koers, met gevestigde namen en veteranen als Doro en Extreme die een vleug nostalgie brengen.
Tenside (Helldorado)
Vandaag openen Magic Kingdom en Tenside (7) het festival. Mijn keuze valt op laatstgenoemde. Al ruim twee decennia actief, brengt de Duitse formatie tegenwoordig een eigentijdse vorm van metalcore. De riffs en songstructuren zijn weliswaar herkenbaar voor het genre, maar de harmonie tussen zuivere en rauwe vocalen maakt de uitvoering aangenaam voor het oor.
Drummer Johannes is één en al energie en vormt bovendien een visueel spektakelstuk op zichzelf. Tenside beperkt zich niet uitsluitend tot de grenzen van metalcore en laat duidelijk nu-metalinvloeden doorschemeren. Ondanks het ontbreken van een uitgesproken, uniek geluid, slaagt de band erin een onderhoudende, strak gespeelde set neer te zetten.
Signs Of Algorithm (Swamp)
De eerste nationale trots van de dag is te vinden in de Swamp, waar het Belgische Signs Of Algorithm (7) zijn terugkeer viert na jaren van afwezigheid. Met het nieuwe album Sunchaser, dat lovende kritieken ontving, beschikt de band over vers materiaal dat vandaag krachtig resoneert.
Hun metalcore vertoont geregeld technische flair, versterkt door grootschalige backingtracks die het geluid extra diepte geven. Vooral de breakdowns zijn massief en meedogenloos, terwijl de overige secties uitbarsten in energieke explosies van metalcore. Op Digital Domination schuift het geluid richting deathcore, niet alleen door de furieuze drumpartijen, maar ook door de vocale diepte. Ook wordt er gebruik gemaakt van gastzangers, waardoor de set een gevarieerd karakter behoudt. De toegewezen veertig minuten verstrijken in hoog tempo en het is oprecht verheugend deze band weer actief te zien.
Between The Buried And Me (Helldorado)
Opnieuw metalcore, maar ditmaal van een band met een haast legendarische status. Het Amerikaanse Between The Buried And Me (8,5) brak door met het in 2007 verschenen Colors. Waar de meeste optredens deze zomer een integrale uitvoering van dat album brengen, kiest de band op Alcatraz voor een reguliere set. Binnen de eerste tien minuten horen we al meer tempowisselingen en polyritmische patronen dan in gisteren gecombineerd.

Het geluid is vlekkeloos afgesteld en de nasale zang van Tommy Giles Rogers zweeft boven de complexe structuren uit. De composities zijn rijk aan variatie en elk instrument krijgt momenten van glans, van uitgebreide bas- en gitaarsolo’s tot subtiele percussiedetails.
BTBAM is progressief en experimenteel, maar onmiskenbaar virtuoos. Hoewel Colors vandaag volledig wordt overgeslagen, klinkt The Double Helix Of Extinction van Colors II overtuigend, waarna het opzwepende Disease, Injury, Madness het optreden krachtig afsluit.
Ne Obliviscaris (Helldorado)
Bij Ne Obliviscaris (9) verdwijnt mijn objectiviteit steevast als sneeuw voor de zon. Ik heb een enorm zwak voor viool en Martino Garattoni is mijn favoriete bassist allertijden. Desondanks een poging tot een onbevooroordeelde beschouwing. Vorig jaar nog op Graspop met James Dorton als invaller, is deze inmiddels officieel zanger van de band. Zijn staat van dienst bij Black Crown Initiate en The Faceless behoeft nauwelijks toelichting. Vanaf de eerste seconde van Intra Venus grijpt de muziek je bij de keel. Na de instrumentale intro betreedt Dorton het podium en brengt de zanglijnen met grote trouw aan het origineel. De langgerekte composities zijn een amalgaam van grillige progressieve wendingen en vloeiende vioolpartijen van Tim Charles, die tevens de cleane zang verzorgt.
Op Equus opent Garattoni met een markante basintro, waarna het klankpalet zich volledig ontvouwt. Elk van de zes muzikanten is perfect hoorbaar en de helderheid van de mix maakt dit tot een auditief hoogtepunt in Helldorado. Het beeld van de vijf voorste bandleden, gehuld in nevel, met links- en rechtshandige gitaren van Matt en Benjamin naast elkaar, is ronduit imposant. Afsluiter en tevens magnum opus And Plague Flowers The Kaleidoscope bezorgt mij tranen. De vioolintro, akoestische gitaar en gelaagde opbouw monden uit in een weergaloze climax. Het publiek klapt onafgebroken mee en heet de band warm welkom. Een indrukwekkend vroeg hoogtepunt van de dag.
Psycroptic (Swamp)
Na een reeks progressief getinte deathmetalacts betreedt het Australische Psycroptic (8,5) het podium met hun technisch verfijnde benadering. Complexe, kunstzinnige riffs worden begeleid door Jason Peppiatt’s hese vocalen. De energie vertaalt zich al vroeg in de set naar een aantal verdiende moshpits. De glasheldere geluidsafstelling legt het virtuoze gitaarspel van Joe Haley volledig bloot.

Nieuwe single Architects Of Extinction sluit naadloos aan bij hun eerdere werk, terwijl Ob(Servant) demonstreert dat het tempo moeiteloos verder kan worden opgeschroefd. Psycroptic presenteert zich als één van de strakst spelende bands van het hele festivalweekend.
Vola (Helldorado)
Het Deense Vola (8,5) behoort al maanden tot mijn persoonlijke favorieten binnen de progscene, dus de verwachting is hooggespannen. Hun recente Phantom Of A Friend staat vandaag centraal in de set. Aanvankelijk moeten band en publiek elkaar vinden, maar met Paper Wolf valt alles op zijn plaats. Woord voor woord zingt het publiek mee, terwijl de vier muzikanten hun progressieve djentgeluid met gevoel voor variatie neerzetten.

Head Mounted Sideways vormt het meest veelzijdige moment, puttend uit uiteenlopende invloeden. Vanwege het naderende tienjarig jubileum van debuut Inmazes kondigt Vola een integrale uitvoering in Kopenhagen aan, maar vandaag blijft het bij Stray The Skies. Tijdens Cannibal vullen rookwolken het podium en verschijnt James Dorton om de door Anders Fridén ingezongen studiopartij live te vertolken. Vola schittert in elke nuance, ook in ingetogen stukken als 24 Light Years, waar drummer Adam Janzi met inventieve fills excelleert. Afsluiter Straight Lines, begeleid door een lasershow, wordt luidkeels meegezongen. Voor mij blijft Vola de onbetwiste favoriet in dit genre.
Suffocation (Swamp)
Zoals wel vaker vandaag staat er een death metal band geprogrammeerd die of technisch of progressief speelt. Suffocation (9) geldt als een van de pioniers van de Amerikaanse deathmetal. Hun vroege werk draagt de stempel van brute, bijna slam-achtige intensiteit, terwijl de latere output nadrukkelijker leunt op technische hardheid.

Ricky’s diepe grunt voegt een extra dimensie toe aan de massieve geluidsmuren die de band optrekt. Het spel is hard, strak en verrassend helder, waardoor de Swamp tot aan de nok gevuld blijft. Klassiekers als Effigy Of The Forgotten wisselen af met recenter materiaal als Perpetual Deception. De kracht van Suffocation schuilt in hun vermogen om in één nummer zowel technische bewondering als pure fysieke impact te genereren. Er wordt nauwelijks gepraat, want de muziek is het statement en dat statement is onversneden, ongenadige death metal.
Fit For A King (Helldorado)
Onder leiding van Ryan Kirby heeft het Amerikaanse Fit For A King (8,5) vijftig minuten om hun metalcore met overtuiging over te brengen. Een week geleden verscheen het achtste album Lonely God en met Technium, No Tomorrow, Begin The Sacrifice en Keeping Secrets als openers krijgt het nieuwe werk veel ruimte. Ook opvallend dat het publiek de teksten al massaal kent en meezingt.

Toch worden de oudere fans niet vergeten, met onder meer de titeltrack Deathgrip uit 2016. Kirby’s vocale bereik verdient een bijzondere vermelding, want zowel hoog en laag, als rauw en schoon weet hij allemaal voor zijn rekening te nemen. Naarmate de set vordert, worden de circlepits groter en de crowdsurfers talrijker. Breaking The Mirror en God Of Fire zijn luidkeelse meezingers, maar het emotionele hoogtepunt is When Everything Means Nothing, waarbij Ryan O’Leary de intro zingt en de hele tent meescandeert. Afgesloten wordt met de twee beukers Lonely God en Backbreaker. Een optreden dat energie en verbondenheid uitstraalt, waarbij de sfeer een genot is om naar te kijken.
Extreme (Swamp)
Het Amerikaanse Extreme (7) viert dit jaar zijn veertigjarig bestaan, terwijl doorbraakalbum Pornograffitti vijfendertig jaar geleden verscheen. Vanavond krijgen we een negentig minuten durende dwarsdoorsnede van hun veelzijdige oeuvre, balancerend tussen funky rock, hardrock en stadionhits. Thicker Than Blood klinkt speels en groovy, terwijl Play With Me juist leunt op klassieke hardrockriffs.

Dat Extreme tussen metalbands staat ingepland, lijkt hen niet te deren. Zonder aarzeling brengen zij akoestische nummers, waaronder de wereldhit More Than Words, die door het hele veld wordt meegezongen. De show bevat verrassende snippets, zoals Fat Bottomed Girls van Queen, evenals diverse gitaarsolo’s van virtuoos Nuno Bettencourt. Het optreden eindigt met een mash-up van Bark At The Moon en Crazy Train als ode aan Ozzy Osbourne. Wellicht ietwat misplaatst, maar een vermakelijk optreden ten zeerste.
Leprous (Helldorado)
Waar Leprous (9,5) tijdens eigen clubshows moeiteloos tweeënhalf uur speelt, moeten de Noren het vandaag stellen met iets meer dan een uur. In die beperkte tijd weten zij echter een evenwichtige set neer te zetten met nummers afkomstig van hun laatste vijf albums. De aftrap komt met Silently Walking Alone van het recente Melodies Of Atonement. De uitstekende geluidsafstelling zorgt ervoor dat de keyboardpartijen naadloos verweven met de overige instrumenten.

Frontman Einar Solberg is sterk bij stem en wisselt moeiteloos tussen uiteenlopende toonhoogtes, zonder ook maar een fractie aan zuiverheid in te boeten. Met The Price toont hij bovendien aan over een krachtige grunt te beschikken. Illuminate wordt luidkeels meegezongen, terwijl de stukken van Aphelion een dromerig, bijna etherisch karakter hebben. Leprous speelt dynamisch en laat horen zowel in harde, opzwepende passages als in meer ingetogen momenten volledig te overtuigen.

Aanvankelijk lijkt de toeloop naar de Helldorado-tent beperkt, maar halverwege staat deze alsnog vol met toeschouwers die zich laten meevoeren door de kunstzinnige creaties van het collectief. Op perfect getimede momenten worden de muzikanten omhuld door een achter hen geplaatste vuurshow, die het geheel extra visualisatie geeft. Below en Slave onderstrepen nogmaals de vocale reikwijdte van Einar, waarbij zelfs de hoogste noten feilloos worden geraakt. De afsluitende, mystieke, op riffs gebaseerde outro van The Sky Is Red vormt een passend slotakkoord. Objectief gezien behoort Leprous tot de sterkste acts van de dag en voor mij persoonlijk is het zonder meer het hoogtepunt.
Foto’s: Sethpicturesmusic