Nu de oude garde langzamerhand afscheid aan het nemen is en een band als Slipknot niet bepaald productief te noemen is, is er ruimte voor een nieuwe generatie metallers die de gaten kunnen vullen. Het Zweedse Beyond All Recognition is daar een prachtig voorbeeld van. Deze jonge jongens weten verdomd goed wat het betekent om goede metal te produceren. Ik kan me bij het horen van het album niet onttrekken aan het feit dat deze jongens met Slipknot zijn opgegroeid en nu een fantastische invulling geven aan de nieuwe generatie.
De band wist zich, kort na de oprichting, al in de kijker te spelen en gingen in 2011 op tour met We Butter The Bread With Butter. En hoewel WBTBWB al een fikse dosis metalcore weten neer te zetten, gaat Beyond All Recognition daar ruimschoots overheen met een stijl die ze zelf dubcore noemen. In het begin waren er de nodige wisselingen in de bezetting, maar die lijkt nu stabiel en het debuutalbum Drop=Dead (bij Napalm Records) werd goed ontvangen. Een album waarop idool Soilwork-zanger Björn Strid een deuntje meezong. Hoe mooi kan het leven zijn. Na uitgebreid touren werd het tijd om (op een paar optredens met Adept na) even een pas op de plaats te doen en aan het nieuwe album te werken dat uitgebracht wordt door Gain Music (Sony).
Feit is dat de band op het tweede album Beyond All Recognition een fikse muziekmuur optrekt die de achtergrond vormt voor de dubcore die de band speelt. Die dubstep-elementen weten ze naadloos te versmelten met metalcore en krijgt een gezicht in de snoeiharde opener Stain Your Name, maar zeker ook in de met hardcore-elementen doordrenkte compositie Erase en Unfounded. In The Dead Cannot Speak weet de band de dubstepstetting mooi te vermengen met de lijzige zang in het nummer. Vergelijkingen met het geluid van Slipknot liggen dan ook wel voor de hand, maar dit lijkt soms bijzaak. In Aesthetic Pathetic is de band sterk in de opbouw van de compositie. De melodische clean vocals lijken zich niets aan te trekken van het razendsnelle moordtempo en de grunts die aan de basis liggen. Beyond All Recognition weet het intense van Slipknot en het melodieuze, groovende van KoRn in de nummers te verwerken met daarbij de industriële cadans van een band als Fear Factory als strakke katalysator.
Een ander mooi voorbeeld hiervan is het nummer Kill(h)er dat wat weg heeft van het nummer Sic van Slipknot en uiterst krachtig uit de hoek komt. Een omschrijving die goed past bij het geluid van de band. What You Are is daarmee weer verrassend, omdat het een relatief rustig nummer is. Bijzonder aspect is de ingehouden, ingetogen spanning die voelbaar is. Andere verrassend elementen zijn de psycho-achtige western/thriller instrumentaal die naar de naam Elation luistert en een opstapje is naar het melodieuze Revelation dat muzikaal eveneens een bepaalde spanning draagt terwijl de clean vocals hun ruimte claimen en laten horen dat zanger David Söhr over een veelzijdige strot beschikt. Het gitaargeluid uit Elation komt subtiel in Revelation terug. Ook de pianorecital Rest is een verrassing. Tijd om lang te rusten is er niet wanneer de band naar het eind van het album toe nog flink tekeer gaat in Knowing, Trigger Denial en de heerlijke afsluiter Daemons, waarin vooral de gitaarsolo heerlijk naar voren wordt geschoven.
Voor mij is Beyond All Recognition dé ontdekking van 2016 en het album is nu al één van de beste van dit jaar. Het album is intens, divers en ontzettend energiek en weet het beste van Slipknot, KoRn en Fear Factory te verwerken in het eigen strakke BAR-geluid. Verplichte kost voor elke metalhead, want deze jongens gaan het maken.
Beyond All Recognition – Beyond All Recognition
248
vorig bericht