Op 2 maart brengt Relapse Records de vijfde plaat uit van Ilsa Corpse Fortress. Opgenomen door Kevin Bernsten (die samenwerkte met Full of Hell en Code Orange) en vernoemd naar een concertzaal in Washington waar de band hun eerste shows speelde, is dit album er ééntje waar de misantropie vanaf druipt.
De loodzware sludgeriffs, omringd met dikke crustlaag, de precieze hamerende drums en de haatvolle schreeuw van Orion doen niet denken aan een zondags theekransje. Eerder aan ruïnes, door fakkels verlichte martelkamers, verroeste kettingen en mannen in kapmantels. Toch is er door heel het album ook een soort punk echo te horen wat niet heel verrassend is. De beste punkband Bad Brains werd ook in Washington D.C. opgericht en heeft daar natuurlijk zijn sporen achtergelaten. Ilsa zegt zelf dat ze punks zijn die metal proberen te spelen. Mij maakt het geen reet uit, zolang de muziek me maar raakt. En of het me raakt. Als een mokerslag bij sterrenloze nacht.
Openingsnummer Hikikomori doet niets anders dan je kop over het gruizige beton slepen, keer op keer weer heen en weer. Het nummer gaat over eenzaamheid, alleen zijn en jezelf verliezen in je eigen waardeloosheid. Hikikomori is een Japans woord voor ‘sociale terugtrekking’ en de beeldende lyrics passen perfect bij de langzame vernietigende riffs.
Het groovy Nasty, Brutish is een perfect livenummer. Een headbangbaar tempo, hakkende riffs en weer die superdikke harige korst om de riffs heen. Ik hoor het publiek ‘Let’s be who we are and crush this fucking world’ meekrijsen.
Tekstueel is er veel te genieten. Het punky Old Maid (met gastzangeres KC Oden die net zo’n geweldige schreeuwlelijk is als Orion) gaat over een medicijnvrouw die door haar christelijke dorpsgenoten als heks wordt aangewezen en opgehangen wordt, in Cosmos Antinomos wordt Griekse mythologie, de mythologie van de Maya’s en Egyptische mythologie door elkaar gegooid en in Polly Vaughn schiet een jager de liefde van zijn leven dood omdat hij haar aanziet voor een zwaan. In Long Lost Friend wordt er in het Latijn gebeden naar de Heer van de Hel terwijl Lasse Pyykkö van de Finse deathdoomband Hooded Menace een in sludge gedrenkte solo speelt. Prosector heeft de meest geniale opening op dit album en heeft net als Rückenfigur een heerlijke groove en Drums of The Dark Gods is niet alleen een geniale songtitel (drummer Joshy drumde bij hardcoreband Integrity en maakt de albumcovers van Ilsa) maar ook een nummer met zo een langzame opbouw dat je smeekt om genade die pas komt nadat je de plaat vijf keer achter elkaar beluisterd hebt.
Conclusie: Ilsa breekt door met dit album. Punt. Deze plaat is als een verroest mes dat langzaam in je slaap wordt geduwd en heel kalm wordt omgedraaid. De dader blijft verborgen onder zijn masker en mantelkap. Een meesterlijk zware doomplaat die zeker in mijn jaarlijstje van 2018 komt te staan.
Op een schaal van 1 tot 10:
10!
ILSA – Corpse Fortress
256