Het album Brief Nocturnes And Dreamless Sleep van Spock’s Beard mag gerust een klassieker genoemd worden in de progwereld. Het optreden op de Progressive Nation At Sea tour in 2014 is daarna via crowdfunding gelanceerd op DVD. Een optreden dat zeker weergeeft dat Spock’s Beard een uitstekende band is die ook live het vertrouwde geluid goed weet neer te zetten. Het lang verwachte twaalfde album van de band is eind augustus via InsideOut Music uitgekomen en laat een band horen die zich na dertig jaar nog altijd weet te ontwikkelen en grenzen weet te doorbreken.
Het is daarmee niet een heel makkelijk album om snel te doorgronden wat bij Brief Nocturnes And Dreamless Sleep eenvoudiger was. The Oblivion Particle is een album geworden dat moet en mag groeien met de muzikale pareltjes die het herbergt. Ieder nummer lijkt zich te vertalen in een compleet muzikaal verhaal dat compleet is in atmosferen en emoties. Met het intro van Tides Of Time heeft Spock’s Beard voorlopig het intro van het jaar geschreven. Een nummer dat kenmerken heeft van Alan Parsons en Pink Floyd en daarbij terug doet denken aan het oude geluid van Genesis. Ted Leonard die bij Spock’s Beard nu voor de tweede keer de zangpartijen verzorgt, laat ook nu weer horen dat hij een prachtig stemgeluid heeft. In samenzang in Minion bijvoorbeeld, maar zeker ook in de loepzuivere stukken die hij solo voor zijn rekening neemt. Minion heeft een voortstuwende basis die ‘feestelijk’ omlijst wordt door het prachtige pianospel van Ryo Okumoto. Een spel dat trouwens door heel het album regelmatig centraal staat. Luister maar naar het prachtige intro van A Better Way To Fly en The Center Line bijvoorbeeld. In Minion worden we daarnaast getrakteerd op heerlijk progressieve tussenstukken waar op het eerste gehoor chaos het kenmerk lijkt te zijn, maar na meerdere luisterbeurten is dit gewoon onregelmatig en toch gestructureerd genieten van het spel van deze rasmuzikanten. Ook het eerder genoemde A Better Way To Fly heeft deze vrij complexe muzikaliteit in zich. Het nummer is een op zichzelf staande soundtrack van een film die zich in ieders hoofd anders afspeelt. Hoewel oprichter en gitarist Alan Morse op het hele album goed van zich laat horen, komt hij in To Be Free Again helemaal tot zijn recht. Het gitaarspel van Alan laat zich in dit rustige en serene orkestrale nummer langzaam naar voren dringen om dan indringend en uiterst effectief de hoofdrol op te eisen. In afsluiter Disappear wordt de band bijgestaand door violist David Ragsdale (Kansas). In dit eveneens zeer progressieve nummer laat Alan Morse zijn gitaar nog eens de vrije loop en misschien door de invloed van David Ragsdale heeft het wat elementen uit de zeventiger jaren. Halverwege het album laat Spock’s Beard in Get Out While You Can de druk even ontsnappen en ook Bennett Built A Time Machine kan beschouwd worden als een progressieve pauze waarin Beatle-invloeden naar voren komen en drummer Jimmy Keegan de zanghonours voor zijn rekening neemt.
The Oblivion Particle is een album waar ik vol verwachting naar heb mogen uitkijken. Hoewel het album niet hetzelfde klinkt als zijn voorganger en meer complex van structuur is, blijkt dit twaalfde product echter vol te staan met prachtige progressieve composities waar ik nog lang op kan teren, omdat bij iedere luisterbeurt nieuwe muzikale facetten naar de oppervlakte drijven om daar de aandacht te vragen. Spock’s Beard heeft zich wat mij betreft overtroffen en heeft zich binnen het herkenbare geluid toch weten te evolueren.
Spock's Beard – The Oblivion Particle
204
vorig bericht