José Manuel Medina zal bij menig liefhebber van progressieve rockmuziek niet direct een licht doen gaan branden. Of het moet misschien zijn als lid van het eveneens internationale muzikale gezelschap Mandala Band. Toch is deze Spaanse producer/toetsenist de drijvende kracht achter Last Knight. In dit in 1997 ontstane project participeren muzikanten uit Engeland, Duitsland, Denemarken, Argentinië, Australië en Spanje hoofdzakelijk ‘online’.
Last Knight maakt een mix van new age, elektronica, ambient, rock, pop, progressieve rock, Keltische, orkestrale en klassieke muziek. En, dat mag duidelijk zijn, vooral gericht op een breed publiek. Seven Deadly Sins is inmiddels het vijfde album en is geïnspireerd op Dante Alighieri’s The Divine Comedy. En opgedragen aan de nagedachtenis van John Wetton. Net als op voorgaande albums werken aan dit album bekende namen mee. Zo horen we onder meer bijdragen van John Mitchell (Arena, It Bites), Theo Travis (Soft Machine Legacy, David Gilmour), Richie Castellano (Blue Öyster Cult) en Gustavo Lato (Funes).
Het album opent sterk met Lust. De 11 minuten speelduur van dit nummer is verdeeld over vijf delen. Het begint met het orkestrale Overture en wordt gevolgd door Descent To Hell met het nodige piano- en vioolspel. De instrumentale intermezzo’s met gitaar en georkestreerde toetsen zorgen voor afwisseling. Op The Lustful horen we voor het eerst zang door Gustavo Lato, waarna een progressieve gekleurd intermezzo de overgang vormt naar The Second Circle. De muziek wordt zwaarder door een passage met fors gitaarwerk, waarna het instrumentale gitaar-georiënteerde Lust Turns To Madness het nummer afsluit.
Na het relatief korte en grappige Glutony volgt Greed. Muzikaal zit het goed in elkaar met veel authentiek toetsenwerk (Hammond, Mellotron), akoestische gitaar en fluit. Op momenten krijgt het nummer daardoor een folky karakter. De splijtende elektrische gitaarsolo’s passen goed in het geheel. De zang van Richie Castellano doet soms denken aan Casey McPherson (Flying Colors). Uiteenlopende ritmes en gevarieerde stukken zorgen voor veel afwisseling waarin progressieve en klassieke rock stijlen de boventoon voeren.
Sloth kent veel invloeden van Yes. Het uit vier delen bestaande nummer begint met het symfonische Sodom’s Son, voorzien van zware orkestratie en piano als achtergrond voor de zang. Sinfonietta Of Laziness is bombastisch met wervelende toetsen. In Watcher Of The Wind hoor je veel akoestische gitaar. In dit pastorale stuk is het net alsof we Jon Anderson horen zingen. Piano en pedal steel gitaar vormt de overgang naar The Boundaries Of Apathy met invloeden van Pink Floyd. Het is een meeslepend instrumentaal stuk met Gilmouriaans klinkend gitaarspel.
Envy vind ik het hoogtepunt van dit album. Het 12 minuten durende nummer bestaat uit acht delen. Het begin is overrompelend met orgelspel, fluit, Glass Hammer-achtige basgitaar, fluit en golven Mellotron. De lekker doorleefde stem van John Mitchell heeft veel melodie en het basspel in The Principles Of Envy is prominent. Theo Travis vervult een hoofdrol met zijn karakteristieke en verbindende fluitspel. The Man Who Wanted To Be is voer voor de liefhebbers van Mellotron. De bedaarde sfeer keert terug met piano en viool en windeffecten in Crossing The Styx Lagoon. Al snel vallen basgitaar en drums bij en horen we in The Principles Of Envy (II) de hoofdmelodie terugkomen. The Abode Of Human Suffering begint met een pastorale sfeer en bouwt op naar een emotioneel en krachtig einde met een zalige gitaarsolo van Nelson Pombal.
Het album besluit met Pride van iets minder dan een kwartier. Het nummer begint met een tikkend geluid van een klok en muziekdoosje. Er volgt een orkestrale opbouw met viool, gevolgd door een messcherp klinkende gitaar. Mooie vocale stukken zijn met elkaar verbonden door instrumentale intermezzo’s met een mooie balans tussen alle instrumenten. Na een minuut of zeven wordt de muziek progressiever. In het bonte resterende deel horen we uiteenlopende genres die variëren van Broadway-achtig tot instrumentale soul, gemarkeerd door fraaie orgelpartijen. Aan het eind keert het hoofdthema weer terug en is de cirkel weer rond.
Seven Deadly Sins is een imposant album met uiteenlopende stijlen en sferen. Er gebeurt teveel om in een paar luisterbeurten te vatten. Instrumentaal zit het goed en degelijk in elkaar. Het album zal vooral bij liefhebbers van klassieke symfonische rock uitstekend in de smaak vallen. Ben je nieuwsgierig geworden naar meer muziek van Last Knight, dan is het lijvige uit drie cd’s bestaande album Talking To The Moon uit 2016 een aanrader.
Last Knight – Seven Deadly Sins
298
vorig bericht