Vanuit het Friese Kollum maakt OLTAS sinds 2017 logge, melancholische doom die rechtstreeks uit het hart lijkt te komen. De band groeide in stilte uit tot een vaste waarde binnen de noordelijke metalscene. Bassist en medeoprichter Remmie Grijpstra vertelt over het ontstaan van de band, de kracht van doom en het belang van gemeenschap in een kleine maar hechte scene.

Een late start en een natuurlijke klik
Remmie Grijpstra begon pas op zijn zesendertigste met bas spelen. “Ik was altijd al metalfan,” vertelt hij. “Vanaf mijn veertiende ging ik naar concerten in Friesland – Waldrock en noem maar op. Maar zelf spelen kwam er nooit van. Tot ik op mijn zesendertigste ineens tijd had: vaste baan, gezin, wat meer ruimte. Toen pakte ik een gitaar en dacht: waarom niet?”
Niet lang daarna belandde hij als bassist in de lokale stonerband Pander. “Ik had nauwelijks ervaring, maar twee maanden later stonden we al op een festival. Daar heb ik de basis geleerd: leren door te doen.” Die praktische houding bleef hangen. Toen hij gitarist Herman ontmoette tijdens een ander project, klikte het meteen. “We dachten: laten we gewoon iets beginnen. Niet met een plan, maar gewoon spelen. Zo ontstond OLTAS.”
Doom komt van binnenuit
Van meet af aan lag de focus op trage, emotioneel geladen muziek. “We zijn allemaal opgegroeid met bands als Paradise Lost, Entombed, Obituary en Gorefest,” legt Remmie uit. “Dat soort logge, melodische maar rauwe metal ligt gewoon in ons hart. Thrash of metalcore was nooit echt onze smaak. Doom past bij hoe wij spelen en voelen. We zijn geen virtuozen, maar we houden van muziek met emotie. Doom geeft je de tijd om dat gevoel te laten klinken. Het komt van binnenuit.”
Dat verklaart ook waarom OLTAS zich nooit in een strikt subgenre laat duwen. Hun muziek bevat elementen van zowel doom als death metal. “Dat is vanzelf gegaan,” zegt hij. “Doom is ons uitgangspunt, maar we houden ook van de agressie van death metal. Het maakt de muziek dynamischer. We zitten een beetje tussen die werelden in, en dat houdt het spannend.”
Groeien in geluid
In de beginjaren klonk OLTAS nog eenvoudig: één gitaar, één bas, drums en zang. “We hadden geen idee van geluidsopbouw of effectgebruik,” herinnert Remmie zich. “Maar door te kijken naar andere bands en te experimenteren, zijn we gegroeid. We leerden hoe je je geluid groot kunt maken – meerdere versterkers, een voller geluid met één gitaar.”
De komst van gitarist Feike gaf de band een nieuwe dimensie. “Met hem hebben we echt ons geluid gevonden. Live klinkt het nu precies zoals we willen: groot, massief en warm. Daar zijn we trots op. Drummer Willemijn Leenstra voegt inmiddels een portie jeugdige energie toe op het podium.’’
Het schrijfproces werd eveneens verfijnd. Waar de eerste nummers nog ontstonden op basis van riffideeën in de oefenruimte, werkt de band tegenwoordig met thuisopnames en demo’s. “Feike maakt demoversies die we samen uitbouwen. Iedereen brengt iets in, dat vind ik belangrijk – het moet ons allemaal zijn.”
De Friese metalscene: klein maar hecht
OLTAS komt uit Friesland, een regio met een kleine maar levendige metalscene. “De scene hier is kleiner dan in de Randstad, maar er zit veel kwaliteit,” vertelt Remmie. “Bands als Ter Ziele, waar we vaak mee spelen, doen het geweldig. We hebben een hechte band met hen – we helpen elkaar, regelen shows samen. Dat maakt het mooi: het is echt een gemeenschap.”
De doomscene mag dan niche zijn, ze is volgens Remmie ook bijzonder trouw. “Doom is niet het meest toegankelijke genre, maar de mensen die ervan houden, zijn echt toegewijd. Het publiek is kleiner, maar heel betrokken. En doordat we allemaal in dezelfde hoek zitten, zoek je elkaar automatisch op.”
Hij ziet bovendien dat verschillende subculturen elkaar versterken. “De hardcore-scene in Leeuwarden en Groningen is booming, vooral onder jongeren. Doom trekt wat ouder publiek, maar de passie is hetzelfde.”

Nieuwe muziek en een eigen bier
De komende tijd staat OLTAS niet stil. Op 5 november verschijnt de nieuwe single The Pain Inside. “Dat is een oud nummer in een nieuw jasje,” vertelt Remmie enthousiast. “We hebben het opnieuw opgenomen met de huidige bezetting. Er komt nieuw artwork, merchandise én zelfs een eigen bier bij, gebrouwen samen met Stadsbrouwerij Sneek. De release wordt een totaalervaring: muziek, beeld en smaak,” lacht hij.
Daarnaast werkt de band aan nieuwe nummers. “We hopen volgend jaar gefaseerd muziek uit te brengen, en er is sprake van een samenwerking met een label voor onze full-length. Het wordt tijd voor die volgende stap.”
De nieuwe songs laten volgens hem een evolutie horen. “Meer dynamiek. Nog steeds zwaar en melancholisch, maar met meer melodie en contrast. Doom blijft de basis, maar we willen blijven groeien. De toevoeging van nieuwe bandleden brengt energie en inspiratie, dus ik denk dat mensen verrast gaan worden.”
Vooruitkijken
Na jaren van stille opbouw lijkt OLTAS klaar voor een groter podium. Met nieuwe muziek, een versterkte line-up en een stevige live-reputatie toont de Friese band dat doom in Nederland springlevend is.
“Voor ons is doom geen pose,” besluit Remmie. “Het is eerlijk, traag, emotioneel en soms rauw. We spelen niet om populair te zijn, maar omdat het moet. Doom komt van binnenuit – en dat is precies waarom het blijft hangen.”
OLTAS brengt op 5 november hun single The Pain Inside uit, inclusief speciaalbier in samenwerking met Stadsbrouwerij Sneek. Meer info over de band: https://linktr.ee/oltas