The Tangent, onder leiding van de altijd zeer bezielde Andy Tillison, bestaat 15 jaar. En dat moet op passende wijze gevierd worden. En wel met het tiende album Proxy.
Het materiaal voor dit album is geschreven tijdens de Tangekanic-tour van The Tangent samen met Karmakanic in 2017/2018. Want zoals bekend is er een warm contact tussen beide groepen en maakt Jonas Reingold deel uit van beide bands. Bovendien komt het goed uit wanneer je  gedurende langere tijd gezamenlijk in een tourbus en hotel verblijft.
Proxy is de opvolger van The Slow Rust Of Forgotten Machinery. Collega Eric van den Bosch memoreerde in zijn recensie dat dit het beste album was sinds Le Sacre Du Travail. Wat mij betreft gaat Proxy ruimschoots over beide albums heen. Net als het voorgaande album is Proxy geen concept album. Weest gerust, want ook dit keer veegt Andy Tillison in een aantal nummers op de van hem bekende ironische wijze de vloer aan met de hedendaagse politiek en maatschappij.
Vanaf de eerste klanken wordt je omarmd door het titelnummer Proxy. Het is een mengelmoes van stijlen met jazz als rode draad. De minuten durende intro is een handelsmerk van The Tangent. Instrumentale prog met een Canterbury twist, tjokvol ronkend en grommend Hammond orgel, gierende synthesizers (Andy Tillison), wervelend gitaarspel (Luke Machin) en een portie saxofoon (Theo Travis). Na een minuut horen we voor het eerst Jonas Reingold nadrukkelijk met een vette jazzy bassolo. Deze passage vormt de brug naar het vocale deel. Zonder het vertrouwde Tangent-geluid geweld aan te doen horen we vervolgens invloeden van ELP, Egg, Hatfield & The North, Caravan en Camel. Het 16-minuten klokkende nummer groeit uiteindelijk uit tot een protestlied over de aanhoudende (digitale en journalistieke) oorlogen.
The Melting Andalusian Skies is een zomers klinkend instrumentaal nummer in fusion stijl a la Chick Corea en Che Guevara. Spaanse invloeden passeren de revue met castagnetten, Flamenco gitaar en fluitspel. Op de achtergrond is daar vrijwel altijd het Hammond orgel. Ook Luke Machin met enkele flitsende solo’s en Jonas Reingold met modder vet basspel krijgen de gelegenheid zich in de jazzy schijnwerper te spelen.
A Case Of Misplaced Optimism is met zes minuten het kortste nummer en kent een swingende funky groove. Na een Flower Kings-achtig intro op gitaar doet de band ‘een poging om Porcupine Tree te verbinden met Jamiroquai’. Hetgeen ze wonderbaarlijk lukt.
The Adulthood Lie is een ironisch nummer over de cultuur van Ibiza en het fenomeen ouder worden. Het valt op dat Jonas Reingold met zijn prominente basspel een groot stempel op de muziek drukt. Ook hier is zijn basspel regelmatig voor in de mix te horen. Het nummer staat symbool voor de verwevenheid van muzikale stijlen waar Andy Tillison zwaar door beĂ¯nvloed is. We rennen van prog naar jazz en via fusion en Canterbury weer terug. Aan elkaar verbonden door bruggetjes van Moog, Hammond en modern klinkende synthesizers. Vanaf een minuut of zeven volgen enkele opzwepende intermezzo’s met meerstemmige zang en een tapijt van moderne synthesizers, die uiteindelijk uitmondt in een hemeltergend mooie Moog-solo. Gevolgd door een waanzinnig synthesizer-intermezzo ondersteund door een minstens zo waanzinnig bassende Jonas Reingold.
De laatste negen minuten van Proxy worden uitgetrokken voor Supper’s Off. Jazz en fusion worden ingeruild voor stevige en puntige progrock in Karmakanic stijl. Andy Tillison heeft hier een bijtende manier van zingen die vaak meer weg heeft van spreken. Tekstueel blikt hij terug op Woodstock en hoe die beweging veranderde in de zakelijke muziekscene en de maatschappij van vandaag de dag. Net als andere bands wil Tillison niet teruggaan naar de jaren 70. Tegelijk reflecteert hij wel op de erkenning die hij destijds gekregen zou hebben voor de muziek die hij vandaag de dag maakt. Toch eindigt het nummer niet in somberheid maar in majeur, dankzij een vlotte en positief klinkende synthesizer solo.
In 2019 hoopt Andy Tillison de respectabele leeftijd van 60 te bereiken. Met Proxy bewijst het Britse genie dat hij wellicht een paar gekleurde haren kwijt is, maar zijn streken zeker niet verloren is. Proxy gaat net als zijn voorganger zonder twijfel hoog scoren in mijn jaarlijst.
The Tangent – Proxy
287
vorig bericht