286
Parkway Drive is één van de grootste op het gebied van Metalcore. Op dít moment maar eigenlijk ook al de voorgaande jaren. Het is dan ook ontzettend druk en stampvol in het vernieuwde en vergrote popzaal 013 in Tilburg. Met het gelanceerde album IRE in 2015 is Parkway Drive aan een Europeese tour begonnen en een verwachtingsvol geroezemoes galmt door de grote zaal.
De avond werd geopend door Thy art is murder, een bekende deathcore band uit Australië. Helaas hebben we die gemist maar we waren precies op tijd om het startakkoord van Architects te horen. Een krachtige metalcore band uit Engeland die hun strepen in de metalcore-wereld al ruimschoots hebben verdiend. Het gros van het publiek werd vanavond dan ook getrakteerd op twee favoriete bands en de energie is duidelijk merkbaar in de zaal. De frontman van Architects, Sam Carter, hoeft dan ook weinig te doen om het publiek op zijn hand te krijgen. Zijn verzoeken op circlepits en springen worden direct ingewilligd en het publiek wordt op haast gelijkwaardige manier klaargestoomd voor de hoofdact van vanavond.
Het muzikale intermezzo tijdens het wachten op Parkway Drive mag in deze recensie niet onbesproken blijven. Met een rustgevende mix van Toto, Phil Collins en nog meer in dat straatje, wordt het half uurtje wachten afgesloten met Bohemian Rapsody waarbij de hele zaal meezingt en er zelfs een pit ontstaat bij de gitaarsolo op het einde.
En dan wordt het donker en begint opzwepende muziek. Na de eerste akkoorden valt het doek en schiet de confetti door de zaal waarmee Parkway Drive letterlijk met een knal van start gaat. Ze trappen af met ‘Destroyer’, eveneens het openingsnummer van IRE. Natuurlijk zijn ze hier om hun nieuwe album te promoten en dus spelen ze veel tracks waarbij de screaming vocals opvallend de boventoon voeren. Frontman Winston McCall is aan één stuk door verwonderd en dankbaar voor het enthousiasme van het publiek en wordt gevoed in zijn eigen energie die op zijn beurt weer aanstekelijk werkt. Het optreden is van begin tot eind knallen en lijkt geen moment in te zakken. Het publiek voedt zich aan de strakke bass en subtiele riffs en de band voedt zich aan het springende, crowdsurfende en schreeuwende publiek. De fans worden getrakteerd op oudere nummers als ‘Carrion’, ‘Idols and Anchors’ en ‘Romance is dead’. De special effects van het optreden maken het helemaal een ervaring om niet te vergeten; vuurkanonnen, een vlammenregen en haast romantisch haardvuur op het einde maken de show een lust voor het oog én oor. Winston McCall houdt iedereen, van voor naar achteren, erbij met zijn charismatische uitstraling en sympathieke uitingen van dankbaarheid. Ruim voor tijd verlaat de band het podium, waardoor al snel duidelijk is dat een toegift gelukkig onvermijdelijk is. De band eindigt met het oudere ‘Home is for the Heartless’ en laat een vermoeide maar uiterst tevreden zaal vol trouwe fans en nieuwe volgelingen achter.
Foto’s: Harm Lourenssen