Galactic Cowboys heeft heel wat overeenkomsten met King’s X. Beide afkomstig uit Houston, Texas, werden ze door de buitenwereld (maar niet door henzelf) betiteld als christelijke band, tegen de eeuwwisseling waren ze labelgenoten bij Metal Blade en beide bands werden geroemd door collega-muzikanten en kregen desondanks niet het commerciële succes dat je dan zou verwachten. Een verschil met King’s X: die band gaat stug door, terwijl Galactic Cowboys van 2000 tot 2016 zo goed als in ruste was.
In 2016 kwam het bericht dat ze mede door Flying Colors-producer Bill Evans hadden getekend bij Music Theories Recordings, de progpoot van Mascot Records. Een jaar later is er met Long Way Back To The Moon dan eindelijk het zevende full-length studioalbum. Met de oorspronkelijke bezetting van zanger/gitarist Ben Huggins, drummer Alan Doss, gitarist Dane Sonnier en bassist Monty Colvin.
De overeenkomsten met King’s X zijn ook muzikaal van aard. In de loop der jaren is er ook veel samengewerkt door leden van beide bands en Dane Sonnier én oud-gitarist Wally Farkas zitten in de soloband van King’s X’ Dug Pinnick. Maar de meest opvallende overeenkomst zit ‘m in de fraaie koortjes die op het hele album te horen zijn. Vette riffs worden net zo vrolijk begeleid met Beatlesque harmonieën en songs hebben alleen daardoor al een heel eigen karakter. Toch is Galactic Cowboys op momenten wat meer metal dan King’s X, mede door de zang van Huggins. Het is dan ook niet gek dat ze in de eerste periode het voorprogramma verzorgden van bands als Anthrax en Dream Theater – Mike Portnoy was en is een groot fan.
Voor fans van weleer begint het album met iets bijzonders: In The Clouds is de allereerste track die ooit door de band werd geschreven. Het is overigens een song die niet afwijkt ten opzichte van het overige materiaal. Soms is het bijna ouderwetse metal, soms hangt het heel dicht tegen King’s X aan, op andere momenten heeft het wel iets van de opgefoktheid van Faith No More. Meestal is het een combinatie van de drie. Luister maar eens naar Internal Masquerade, waar je in het refrein eerst aan Metallica denkt en vervolgens die King’s X-achtige harmoniëen hoort. Zombies heeft een paar stevige stukken, maar ook weer die koortjes. Hate Me en Losing Ourselves laten een andere kant van de band horen: simpele maar lekkere recht-zo-die-gaat-beukers. Plotseling hoor je waarom ze ooit met Anthrax toerden. Niettemin blijven het ook op die steviger momenten songs met een bijzonder gevoel voor melodie.
Nou heb ik heel wat keren King’s X genoemd in deze recensie en inderdaad, als je liefhebber bent van die band zou ik Long Way Back To The Moon sowieso aanschaffen. Maar ook als je normaal gesproken voor iets steviger werk gaat is dit een album om eens te beluisteren. Galactic Cowboys is toch in de eerste plaats een metalband, maar dan met die fraaie harmonieën en wat humor in de teksten.
Galactic Cowboys website
Galactic Cowboys – Long Way Back To The Moon
312
vorig bericht